Informatie over het ras

 

De Japanse Spits was rond het jaar 1920 erg populair in Japan. Langzamerhand begon de interesse voor dit ras af te nemen totdat ze rond 1980 ineens weer populair werden als gezelschapshond. Vanuit Japan is de Japanse Spits terecht gekomen in de VS, China en Australië. Ook zijn ze, in kleine aantallen naar Europa gegaan waar dit ras steeds populairder wordt.

 
 
 

Aan de Japanse Spits is veel gesleuteld waar uiteindelijk dit huidige ras uit voort is gekomen. Ze lijken wel wat op de Samojeed maar zijn dan een slag kleiner. Ook hebben de Japanse Spitsen eigenschappen en uiterlijke kenmerken met de Middenslag Witte Keeshond gemeen. De Japanse Spits stammen van de Duitse Witte Spitsen af die óók Keeshonden worden genoemd waardoor Japanse Spitsen vaak met ze verward worden. Er zijn echter een aantal verschillen. Het opvallendste verschil is dat een Japanse Spits áltijd wit is, en de kleuren van een Keeshond verschillen in de kleuren grijs, zwart, bruin en wit. Verder zijn er verschillen qua oren, poten en ook de structuur van de vacht is anders.

Het lichaam van de Japanse Spits is mooi gestroomlijnd, ze hebben een middelgroot hoofd met een spitse voorsnuit die een gemiddelde lengte heeft. Zijn lippen zijn zwart net als de oogranden. De ogen moeten donker zijn, de oren zijn middelgroot en hebben de vorm van een driehoek. De oren staan dicht bij elkaar en staan naar voren gericht. Japanse Spitsen hebben een schaargebit. dat houdt in dat de boventanden zonder tussenruimte staan voor de ondertanden en sluiten als een schaar. De hals is goed gespierd, het lichaam is kort en recht met een goed ontwikkelde schoft. Ook hebben ze een brede borstkas. Japanse Spitsen hebben schattige, kleine voetjes met dikkem ronde voetzolen en donkere nagels. De staart is middellang en ligt, normaal gesproken, altijd in een krul op de rug. Mocht die staart niet in een krul op de rug liggen dan zijn de Japanners niet vrolijk, of bang of onzeker.

De vacht van de Japanse Spits is vrij lang met een dikke ondervacht en het is lekker zacht. Je moet het regelmatig borstelen omdat er anders geheid klitten ontstaan en daar kunnen ze last van krijgen. Japanse Spitsen kunnen flink verharen, vooral de wisseling van de winter naar zomer, en zomer naar wintervacht zorgt voor een flinke verharing. Op de snuit, de oren en de voorkant van de poten is het haar korter dan op de rest van het lichaam. De kleur van de vacht is altijd zuiver wit. De Japanse Spits heeft een bijzonderheid om een "zelfreinigende vacht" te hebben. Ook maakt dit ras zichzelf schoon zoals een kat dat doet. Dit ras hoeft dan ook amper tot niet in bad. De schofthoogte van een reu kan ongeveer 34-38 centimeter zijn en die van een teef 30-34 centimeter. Het gewicht schommelt wat tussen de 10-12 kilo voor een reu en een teef 8-10, maar elke Japanner is weer anders dus iedere Japanse Spits zal zijn eigen unieke schofthoogte en gewicht krijgen. Dit zijn allemaal gemiddelden. Een Japanse Spits wordt gemiddeld 12-15 jaar oud. Qua ziektes is dit een vrij gezond ras. Er zijn weinig ziektes die dit ras treffen. Patella Luxatie: loszittende knieschijven, komt nog wel regelmatig voor. Er valt prima mee te leven, soms is een operatie nodig. Patella Luxatie is een erfelijk probleem. Ook traanogen komen vaak voor. Dat zijn de bruine strepen die bij de ogen naar beneden lopen. Het is niets om je zorgen over te maken en het is ook niets ernstigs, het lijkt alleen niet zo heel mooi.

Japanse Spitsen zijn heel makkelijk zindelijk te maken; ze bevuilen hun leefruimte namelijk liever niet. Als ze in hun bench zitten zullen ze echt hun best doen om de behoeften niet te laten lopen. Zodra ze door hebben dat in huis zijn ook hun leefruimte is, dan zal je niet snel meer wat vinden.

Japanse Spitsen hebben een levendig karakter; ze zijn dapper, vrolijk, waakzaam, aanhankelijk, intelligent en zoeken graag je gezelschap op. Ook zijn ze ontzettend nieuwsgierig. Japanse Spitsen behagen hun roedelleider graag, en dat ben jíj. Onthoudt dat goed want gehoorzaamheid is iets wat niet altijd even gemakkelijk is voor dit ras. Ze gaan namelijk graag hun eigen gang en zullen proberen je uit te dagen; kijken hoe ver ze kunnen gaan. Voedt ze daarom consequent op, ook omdat ze anders in de war raken. Consequentie is iets wat in principe élke hond nodig heeft. Japanse Spitsen vinden het leuk om dingen met je te ondernemen. Dus bijvoorbeeld samen gaan trainen vinden ze fijn. Ze zijn slimme honden en leren daardoor erg snel. Samen sporten vinden ze ook erg leuk. Eigenlijk vinden ze alles leuk om samen met je te doen, als jij er maar bij bent. Echter, blijf een oefening niet eindeloos herhalen want dat zorgt ervoor dat ze zich beginnen te vervelen. Dan hebben ze iets van: "ik heb laten zien dat ik het kan, waarom zou ik het nog een keer moeten doen?" Sporten die gericht zijn op gehoorzaamheid zou ik persoonlijk niet aanraden.

De Japanse Spits kan in principe goed met kinderen; ze spelen graag met kinderen en ze zullen ook zeker een oogje in het zeil houden. Mocht het nodig zijn, dan zullen zij ze ook zeker beschermen tegen gevaar. Ook zijn Japanse Spitsen goed in het omgaan met kinderen met autisme. Wel kunnen Japanse Spitsen erg enthousiast en vrolijk zijn in hun spel waardoor ze ruw kunnen worden: daar zit geen opzet in maar daar zal jij op moet letten als jouw (kleine) kinderen met jouw Japanner spelen. Ze houden van kinderen maar als zullen, als ze geklierd worden of als ze rust willen hebben hun eigen plekje willen zoeken en de kinderen gaan ontwijken. Laat hem of haar dan ook even met rust. Bijten zullen ze eigenlijk nooit doen, alleen als ze helemaal in het nauw gedreven worden en geen andere uitweg meer zien, maar dat is aan de volwassene om dat te voorkomen. Uiteraard zullen ze vooraf gaan grommen en dat is al een teken dat het genoeg is. Een Japanse Spits zal jou in hun hart sluiten en zal je letterlijk hondstrouw blijven. Ze wachten op je als je weggaat en begroeten je alsof je een jaar weg bent geweest, ook al is dat maar 5 minuten. Tegenover vreemden zullen Japanse Spitsen wat afwachtend zijn; ze kijken eerst even de kat uit de boom voordat ze zich aan een onbekende overgeven.

Japanse Spitsen zijn Poolhonden waardoor ze niet goed tegen het warme weer kunnen. Ze hebben namelijk een dikke vacht. Japanners vinden het (vaak) heerlijk in de sneeuw. Houdt bij hitte altijd een bak water in de buurt zodat ze zichzelf op hun eigen goede temperatuur kunnen houden. Japanse Spitsen hebben meestal niet de neiging om te overeten. Ze stoppen wanneer ze vol zitten, je kan natuurlijk een Japanner hebben die zich vol eet maar dat is niet vaak zo. Bij iets lekkers zoals koekjes en vlees is die neiging anders: dat is namelijk wel heel erg lekker.. Pas wel op met het geven van lekkernijen want Japanse Spitsen hebben de nijging tot het krijgen van overgewicht. En dat brengt de risico's met zich mee op suikerziekte, gewrichtsproblemen, huidziektes, verminderde weerstand, oververhitting, en hart en vaatziektes.

Even een terugkoppeling naar het "blaffen". Japanse Spitsen kunnen blafferig zijn. Ze zullen zonder twijfel aanslaan als er, volgens hen dan, gevaar dreigt, of als er een andere reden is om aan te slaan. Het zijn dan ook goede waakhonden. Ze zijn (vaak) erg dapper en zullen je beschermen mocht dat nodig zijn. Daarnaast is dit ook een heel fijne gezelschapshond. Japanse Spitsen houden enorm van jouw gezelschap maar het is ook belangrijk om ze te leren alleen te laten zijn; anders zal er verlatingsangst ontwikkelt worden. Leer ze dat van pups af aan. Jouw Japanner zal zo blij zijn als jij dan weer thuis komt!


Een tip: je pup kan zich gaan vervelen als die alleen thuis is, en als dat zo is dan zal die de boel gaan vernielen: kattenkwaad uithalen. Leer ze daarom zo vroeg mogelijk al in de bench te gaan.

Tot slot: de kauwbehoefte. Iedere hond heeft kauwbehoefte, dus ook de Japanse Spits. Ze moeten iets hebben waar ze op kunnen kauwen, eigenlijk dagelijks. Een stuk gewei is aan te raden. Niet voor een pup! De puppytandjes zullen er stuk door gaan.

Vooral in de tijd dat de Japanners beginnen met het wisselen van de tandjes, rond de 3 maanden, is het erg belangrijk om ze iets te geven waar lekker op gekauwd kan worden.